Penvissen…Oldskool? (deel 1)

Als kleine jongen ben ik opgegroeid met twee opa’s en een vader die allemaal gek waren op vissen. Snoekbaarsvissen is me door hen geleerd en ik kan me de komst van kunstaas en de hoempie ploempie nog goed herinneren. Er waren toen geen moderne dieptemeters en stekken werden min of meer op geluk gevonden. Een prachtige tijd die vooral zijn waarde had door de eenvoud. Een doos met pieren en een emmer levende aasvisjes.

De spaghettistok lekker krom.

Tegenwoordig zie ik vooral hypermoderne boten (ook ikzelf) uitgerust met een kapitaal aan apparatuur en techniek. Prachtig natuurlijk en zeer effectief in het vangen van grote vissen. Je ziet ze de hele dag op en neer varen, met z’n tweeën naar een scherm loeren op de hoop dat die vis wil bijten. Ook You Tube staat er vol mee, het kan niet gek genoeg. De vraag die altijd in mijn hoofd zit: “Ben je nog aan het vissen?” Een zere nek en af en toe een keer droppen op een vis. De hele dag het gebrom van een buitenboordmotor. De grote vissen van de kleine scheiden en zelfs een dikke snoek is niet goed genoeg want het moet snoekbaars zijn. De oerdrift van het vissen is aan het verdwijnen. Het onbekende…..niet wetende wat of hoe groot je vangst zal zijn. De rust en het ontspannen zijn, samensmelten met je omgeving.

Nog steeds zo blij als toen ik 8 jaar was.

Nu is het niet zo dat ik geen gebruik maak van moderne technieken integendeel, het is zeer behulpzaam en ik gebruik het ook. Ik gebruik de techniek vooral om een kaartje in mijn hoofd te maken van een stek. Lig ik eenmaal op de stek naar keuze dan gaat alle techniek in de boot uit. Geen knetterende dieptemeters maar stilte onder water.

Hypermoderne apparatuur…zo handig 😉

In het volgende bericht zal ik wat verder ingaan op het effectief inzetten van de moderne techniek met het ouderwetse dobbertje.

Dit bericht is geplaatst in Visverslagen. Bookmark de permalink.

Geef een reactie